Klaas Veenendaal
In het voorafgaande hebben we aandacht besteed aan de "Gele
Rijders" die na hun diensttijd in Schijndel zijn gaan wonen.
Er waren onder de manschappen van het Korps Rijdende Artillerie
ook militairen die eveneens verkering kregen met een Schijndels meisje, maar
haar meenamen en elders gingen wonen. Een van hen was Klaas Veenendaal.
Zelf hebben we geen directe gegevens over deze Klaas Veenendaal
kunnen verkrijgen. In het heemblad van de Heemkring Sint Oedenrode, het
Heemschild nr. 3 van september 1988, wordt melding gemaakt van Klaas
Veenendaal, die op 27 juli 1918 trouwt met Jana van Schijndel.
Jana was in dienst bij de familie van Dijk, die een winkel en
tevens café had in de Kerkstraat in Schijndel. Jana zelf kwam uit Sint
Oedenrode en was een dochter van Hannes van Schijndel uit Schijndel, die gehuwd
was met Dina van Eck uit Sint Oedenrode. Hannes begon in Sint Oedenrode een
klompenmakerij.
Klaas, die van huis uit protestant was, moest voordat hij met
Jana kon trouwen eerst katholiek worden. Hij ging daarvoor in de leer bij de
pastoor van Schijndel (mogelijk pastoor Baekers).
Klaas en Jana gingen in het Wijbosch wonen. Aanvankelijk
verdiende Klaas zijn brood als bouwvakarbeider, maar later werkte hij bij Marte
van Schijndel, die in het Hermalen een klompenmakerij had. Waarschijnlijk
beviel het Klaas hier in Schijndel toch niet, want hij verhuisde later met Jana
naar Veenendaal.
Hendrik Broekhof
Onderstaande afbeelding toont ons Hendrik Broekhof, die
afkomstig was uit Loenen. Tijdens zijn diensttijd in Schijndel was hij
"oppasser" bij luitenant Nijnatten.
Henk van Roessel vertelde mij dat zijn moeder wel eens over
Broekhof had gesproken. Volgens haar lag Hendrik Broekhof ingekwartierd bij de
familie Johannes Andries van der Spank, de gemeentesecretaris van Schijndel.
Die woonde in de jaren 1914 - 1918 in "de Groote
Straat", ter hoogte van de thans daar gevestigde Coffeecorner. Rond de
jaren 1940 woonde er Pietje Janssen, de kapper.
Hendrik Broekhof kreeg verkering met Martina (Diena) van
Herpen, een zus van Miena van Herpen, die lange tijd huishoudster was bij de
dames van Liempd in de Kluis en later bij pastoor van Dijk.
Diena van Herpen kwam oorspronkelijk uit het Wijbosch, waar zij
op 14 juni 1895 werd geboren. Op 6 mei 1920 trouwde Hendrik Broekhof, die
geboren was op 30 april 1892, met Diena van Herpen.
Na zijn diensttijd is Hendrik lange tijd chauffeur geweest van
Mgr. van Diepen, bisschop van Den Bosch.
Hendrik Broekhof heeft op het laatst in "De Herven" in
Den Bosch gewoond. Hij overleed op 31 maart 1987. Zijn vrouw Diena was reeds
overleden op 29 april 1985.
Afb.74 Hendrik Broekhof
Onze oproep in het "Schijndels Weekblad" om informatie
over de "Gele Rijders" uit de jaren 1916 - 1919 heeft weinig respons opgeleverd.
Via een schoondochter van Johannes van Boxtel, die geboren was op 26 juli 1893
in Schijndel, vernamen wij dat haar oom Doms Driessen ook in Schijndel bij de
"Gele Rijders" gelegerd was. Doms was een dorpsgenoot van Stef Peters
(Millingen) en werd geboren op 25 mei 1894. Hij trouwde met Mina Hosewol en
overleed te Boxtel op 2 oktober 1971. Onze informante, Joke van Boxtel uit
Sint Michielsgestel, beschikte niet over een foto van deze Gele Rijder.
Bart Keurentjes
Deze afbeelding toont ons Bart Keurentjes, geboren op 2 april 1894 te Herwenen. Waar Bart in Schijndel gelegen heeft is helaas niet bekend. Mogelijk zijn er onder onze oudere Schijndelaren personen die zich dat misschien herinneren.
Afb.75 Bart Keurentjes
Cornelis Gerardus Kraak
Zeer recentelijk vernamen we dat de vader van onze dorpsgenote
mevrouw W. van Wangrooy-Kraak in de jaren 1916-1919 in Schijndel bij de
"Gele Rijders" gelegerd was. Cor Kraak, geboren op 18 juni 1895 in
Dordrecht, woonde rond 1920 in Tiel en daarna in Nijmegen. In Schijndel was
hij gelegerd bij boer Marinus van de Bruggen op de Plein. Deze boerderij is
tijdens de bevrijdingsperiode van Schijndel weggebombardeerd. Van der Bruggen
heeft later in de Europalaan een huis gebouwd.
Tijdens zijn dienstjaren in Schijndel had Cor een
administratieve functie, waarschijnlijk bij de bevoorrading of het
materiaalbeheer. Toch sprak hij later vaak over roskammen. Bedoelde hij daarmee
de verzorging van zijn "eigen" paard of dat van een officier?
In dat laatste geval zou hij dan "oppasser" geweest
kunnen zijn. In ieder geval deed hij zijn administratief werk in het Patronaat,
zoals op onderstaande foto te zien is.
Afb.76 In het patronaar – 2e rechts is Cor Kraak
Zoals we ook bij de andere nazaten van de "Gele Rijders" hebben gezien is er bij de kinderen weinig tot vrijwel niets bekend over de Gele-Rijders-periode van hun vader. Het enigste verhaal wat nog bekend is volgens Toon van Wangrooij (schoonzoon van Cor) is:
"Uit het patronaat, dat als voorraadmagazijn dienst deed,
bleken schoenen en laarzen te zijn verdwenen. Cor Kraak
kreeg de taak toebedeeld uit te gaan zoeken waar die schoenen en laarzen gebleven waren. Het onderzoek wees uit dat mensen
uit "Den Berg", meestal
"Bergvolk" genoemd, de daders waren. Zij waren langs de regenpijp
omhoog geklommen, vervolgens door een openstaand raampje naar binnen geslopen
en hadden toen het materiaal meegenomen om dat weer te
verhandelen.
Tot zover het verhaal.
Cor Kraak trouwde op 25 september 1923 in Nijmegen met
Wilhelmina Josephina Schilleman, die afkomstig was uit Venraij. Zij was daar
geboren op 17 januari 1898.
Aanvankelijk was Cor na zijn diensttijd automonteur geworden.
Hij moest dit vak echter om gezondheidsredenen opgeven. Hij begon toen een
winkel met rookartikelen en combineerde dat later met een grossierderij in
koekjes en aanverwante artikelen. Hiervoor bezocht Cor Kraak nog vaak
verscheidene winkeliers in Schijndel, o.a. Jan van Schijndel die aan het
Julianaplein een winkel had.
Cor en zijn vrouw kregen vijf dochters. De eerste overleed reeds
na anderhalve maand.
Achtereenvolgens kwamen Hendrika, Comelia, Maria en Wilhelmina.
Deze laatste trouwde met A. van Wangrooij en woont nu in Schijndel.
Op 12 juli 1964 overleed Wilhelmina Kraak-Schilleman op de
leeftijd van 66 jaar.
Cor hertrouwde later met Jacoba Tapperwijn die in 1988 overleed.
Cor Kraak zelf was overleden op 1 mei 1984.
Afb.77 Cor Kraak op zijn best op de binnenplaats
van de kazerne in Arnhem.
Van Noud Hermes ontvingen we nog een kiekje van de familie van
den Brand waar ook "Gele Rijders" waren ingekwartierd. Jammer is het
dat de namen van deze "Gele Rijders" niet bekend zijn.
Afb.78 Van
links naar rechts Wilhelmina van de Brand-van Tartwijk, Jacobus Henricus Koop,
gehuwd met de daarnaast staande Elisabeth van de Brand, "Gele Rijder"
, Hendrika van de Brand,
gehuwd met Albert Hermes (die niet op de foto staat),
"Gele Rijder", Petronella van de Brand, Johanna van de
Brand.
Vooraan zitten Arnoldus van de Brand,
gehuwd met Wil helmina,
en Jan Johan van de Brand, gehuwd met
Wilhelmina Kerkhof (staat niet op de foto)
Bij onze
naspeuringen naar "Gele Rijders" zijn nog wel wat namen gevallen,
zoals: 'Jacks', die ingekwartierd was bij
Antje van Engeland in de Vossenberg. Zij had in die jaren een zogenaamd
"Stil kruugske".
Dan was er ook nog een zeker
"Pluim". Deze 'Pluim' wist tijdens zijn diensttijd nog wat te
handelen in vee en dergelijke en hij reed wel eens met een vierwielige kar met
dubbelspan, volgens Jan Verhagen. Hij kwam wel eens op de boerderij in het
Spierkesbosch. Antoinet van de Wijdeven had ook wel eens van Pluim gehoord. Van
hem werd verteld dat hij nogal opschepperig was en zelfs met papieren geld (f
10,-) zijn pijp aanstak.
'Willemke Prassers (of Prasters)' lag gelegerd bij Janus Hak.
Willemke bleek een vrolijke "Gele Rijder" te zijn, want volgens Jan
Verhagen stond Willemke nog al eens te zingen, zelfs boven op de kar.
Jan Verhagen had ook de naam van "Gele Rijder"
Krebbers horen vernoemen.
Onze dorpsgenoot Harrie Steenbakkers herinnerde zich nog de
namen van Jan Snel, Hanneske Heynen, Gijs Ganzeman en Damkot, maar waar ze
gelegerd waren wist Steenbakkers niet.
Jan van Weert wist zich te herinneren dat er ene 'Seegers' op de
boerderij van van Weert lag op de Steeg. Verdere gegevens had ook hij niet.
Toontje Verbruggen (Houterdsedijk) weet nog dat "Gele
Rijder" Abraham Brokshoorn bij Janus Boerkes (zijn eigenlijke naam is van
Heeswijk) lag.
Abraham Brokshoorn maakte houten raampjes waarin hij figuren
spande. Die figuren werden dan door Marie Boerkes ingeborduurd.
Verbruggen herinnert zich ook nog dat wanneer de "Gele
Rijders" met de muziek uittrokken, zij aan beide flanken van hun paard
een soort pauken hadden waarop stevig getrommeld werd.